menu

Hoe kwam je er toe een sterren- en planetenkalender te publiceren?

Interview van Jola Meijer met Liesbeth Bisterbosch
voor Dynamisch Perspectief, 2008

De astronome Elisabeth Vreede, leidster van de mathematisch-astronomische sectie aan het Goetheanum in Dornach, was door Rudolf Steiner uitgenodigd en aanwezig toen hij Pinksteren 1924 de Landbouwcursus hield. Zij werd meerdere keren voor de jaarlijkse Landwirtschaftliche Tagung gevraagd om over de astronomische aanwijzingen in de Landbouwcursus te spreken.

In 1927 begon zij een sterrenkalender uit te geven. Haar bedoeling was dat boeren konden waarnemen wat er aan de hemel gebeurde. Zo konden ze toegang krijgen tot het grote universum en zich laten scholen door het grote geheel. De boven- en onderzonnige planeten konden dan uit het voelend meebewegen worden gekend. Elisabeth Vreede beschreef bij welke opvallende sterren de planeten stonden en ontwierp ook hemelkaarten.

Maar slechts weinig boeren konden de helderste sterren en de planeten aan de hemel herkennen. Toen nam ze het initiatief voor de draaibare sterrenkaart. Voor deze schijf werden de gestaltes van de Dierenriem overgenomen van afbeeldingen uit de Griekse oudheid.

Voor de cursussen die ik geef waren kaarten nodig die lieten zien waar de sterren en planeten boven de horizon stonden. Jarenlang heb ik kopien van de draaibare sterrenkaart van Elisabeth Vreede en Joachim Schultz gemaakt en ingetekend hoe de planeten tov de horizon en zon stonden. Hugo Pronk vroeg me toen of ik er ook een kalender van zou kunnen maken.

Het is gebruikelijk om te kijken hoe de planeten ten opzichte van een stilstaande dierenriem bewegen. Het gaat mij echter om de waarneembare lichtwereld, om de bewegende sterren en planeten, zoals ze ons tijdens de schemering en 's nachts verschijnen. Mij boeit de vraag hoe de planeten ten opzichte van de zon bewogen en wat hun samenspel is.

Je kunt op de hemelkaarten in de Sterren- en Planetenkalender duidelijk zien dat de Leeuw met zijn borst omhoog, fier opkomt aan de oostelijke hemel, terwijl bij het ondergaan de staart het langst zichtbaar blijft. Bij de Stier komen eerst zijn rug en nek met de Pleiaden op; bij het ondergaan blijven de horens nog heel lang zichtbaar. Deze hemelkaarten met de dierenriemgestalten zijn uniek. Bij het opkomen van de Stier kun je als het ware de Griekse god Zeus zien die vermomd als een stier met het prinsesje Europa op zijn nek naar Kreta zwemt.

Aanschouwelijke hemelkaarten zijn een hulp de rijke beeldentaal van de hemel te beleven.

Op de hemelkaarten staat de ‘vierde generatie’ Dierenriemgestaltes. Bij het tekenen van de gestaltes stoot je op vragen zoals hoe oud is de Waterman? En hoe houdt de Maagd de aar vast? Steiner geeft veel aanwijzingen, vooral de voordrachtenreeks Kosmologie-Antroposofie is spannend. De Ram kijkt terug, de Stier springt vooruit en blikt opzij. Ik ben ook gaan kijken naar beelden en teksten uit de oude Babylonische cultuur. De Waterman is een goed voorbeeld. In de Griekse mythologie is de Waterman afgebeeld met één kruik, maar in de Babylonische tijd met twee. Steiner beschrijft de Waterman als evenwicht tussen denken, voelen en willen. Ik heb vanwege dit evenwicht gekozen voor de Babylonische Waterman met twee kruiken. Wanneer je ergens bent waar de hemel nog heel donker is, dan zie je onder een kruik heel veel lichtzwakke sterren, alsof er water uit de kruik stroomt. De waterstroom werd daarom zo groot getekend. Voor het leren kennen van een sterrenbeelden is het nodig dat de karakteristieke sterren op de juiste plaatst in het Dierenriembeeld worden weergegeven.

De afbeeldingen zijn een grote hulp bij het waarnemen van de sterrenhemel. Het toegankelijker maken van deze waarnemingswereld vind ik belangrijk. Zo kan de mens een eigen, zich ontwikkelende verhouding tot de sterrenhemel krijgen.

Kun je dat nog verduidelijken?

Door de planeten onder verschillende omstandigheden aan de hemel te zien neem je alle verschillende beelden en bewegingen in jezelf op. Je leeft met ze mee en ontdekt steeds meer. Bij Saturnus wordt de huidige positie tussen de sterren van de Leeuw je tijdens een zichtbaarheidsperiode zo vertrouwd. Je vergeet waar hij de afgelopen jaren stond. Daarentegen verrast de maan je keer op keer. Gisteren stond die toch daar, en nu hier? Als je dit meebeleeft, ervaar je Saturnus als "trouw aan zijn kosmische richting" en de maan als "de brenger van het dagelijkse nieuws". Je ontwikkelt een gevoel voor de tegenstelling tussen de zogenaamde verre planeten en de planeten die dicht bij de aarde zijn, tussen de kiezelkwaliteiten en de kalkprocessen.

Adam Bittleston sprak boeiend over de planetenkwaliteiten en maakte me enthousiast zelf te kijken. Nu erken ik ook door mijn eigen ervaringen dat Jupiter de kwaliteiten orde en wijsheid representeert. Je kunt je aan hem oriënteren. Hij volgt zijn overzichtelijke weg en voegt zich tegelijk ook op genuanceerde wijze in het jaargebeuren. Zijn beweging is een boeiende integratie.

Venus toont zich heel anders. Haar optreden van maand tot maand is zo onvoorspelbaar. Er zijn heel veel verschillende factoren die bepalen hoe Venus zich gedraagt. Achteraf kun je constateren dat opeens een andere factor dominant was geworden. Het volgen van Venus roept geheel andere gewaarwordingen op dan het volgen van Jupiter.

Vanuit deze eigen ervaringen met het nachtelijke licht krijg je een nieuwe toegang tot de Landbouwcursus van Steiner. De twee verschillende werelden van de kalk en de kiezel bijvoorbeeld vond ik vroeger zo raadselachtig, ik kon er weinig mee. Nu helpt de tegenstelling "kalk-voortplantingsstroom" en "kiezel-voedende eigenschappenen" me om voedingskwaliteit heel anders te begrijpen. De fijne smaak van gerijpte appels is koninklijk voedsel, ze hebben Jupitereigenschappen!

Ik hoor regelmatig dat sterrenkijken zo moeilijk is

Het leren waarnemen van het gebeuren aan de hemel vraagt tijd en aandacht. De meeste mensen hebben immers nog niet geleerd de hemel waar te nemen. Het stapje voor stapje beginnen is moeilijk. Iets kleins doen en je daarmee verbinden helpt om het grote te leren kennen, Je kunt bijvoorbeeld één dierenriembeeld natekenen. Je herkent het beeld opeens wel aan de hemel, zelfs als het in een andere stand staat.

De extra kaarten laten zien wat goede momenten zijn en in welke richting wat te zien is. Ik probeer de maan, die iedereen door zijn grote gestalte wel direct herkennen kan, als hemelgids te gebruiken. In de kalender is op meerdere manieren aangegeven welke planeet vandaag in de buurt van de maan staat.

De avond-, middernacht- en ochtendkaarten brengen de loop van de dierenriembeelden, de maan en de planeten ten opzichte van de horizon en de zon fraai in beeld. Ze tonen de standen van de dierenriembeelden en laten zien hoe de maan en de planeten elkaar naderen en aan elkaar voorbij lopen. Het bewegingssamenspel aan de hemel is elk jaar anders. In de komende jaren worden de conjuncties van Mars met Saturnus en Jupiter steeds fraaier. Ik hoop dat in de toekomst veel meer mensen plezier kunnen beleven aan de kalender.

Interview Jola Meijer 2008

Home · contact · Een Klaar Zicht © 1995 - 2024